De grootste en sterkste van allemaal
Het seizoen ’63-64 zou voor korfballend Nederland uitermate belangrijk worden. Van de twee bestaande hoofdklasse-afdelingen zouden de beste vier van iedere afdeling samen een nieuwe hoofdklasse gaan vormen. Juist toen kwam bij mij een belangrijk verzoek binnen. Cor van Dijk vroeg mij namens het Blauw-Wit bestuur als coach voor het eerste. Ik zou een ploeg in handen krijgen met veelbelovende krachten, maar ook een ploeg waar de eenheid in ontbrak. Over een kampioenschap werd totaal niet gesproken. ‘Hoofdklasser blijven’, luidde het parool. Na lang beraad nam ik die uitdaging aan. Het werd voor mij en de ploeg het seizoen van ons leven.
Eenheid, mentaliteit en vechtlust was het devies. Die vonk sloeg over. Het grote Blauw-Wit legioen werd gemobiliseerd, vooral dankzij de inspanningen van de aspirantenafdeling. Het bestuur dat de handen vol had aan de bouw van ons clubhuis, verloor de sportieve prestaties niet uit het oog en ook de technische commissie droeg een steentje bij. Kortom, heel Blauw-Wit leefde mee. Men voelde dat het kon, zo hadden ze deze ploeg nog niet gezien. Na de laatste uitwedstrijd tegen het altijd moeilijke Roda Westzaan werd hun veld door Blauw-Wit overspoeld. Toen men dit zag stond het voor onze ploeg vast, we moesten voor het allerhoogste gaan en slagen!
Rohda was inmiddels met grote overmacht kampioen van hoofdklasse B geworden. Wij moesten tegen onze eeuwige rivaal Westerkwartier een beslissende wedstrijd spelen om het kampioenschap van de hoofdklasse A. Ik zie de gezichten van onze mensen weer voor me op het moment dat ze het Lutoveld betreden. Ik zie ook ons enorme legioen, vele malen groter dan dat van Westerkwartier… Het werd echt de wedstrijd van de zenuwen. Beide ploegen speelden moeizaam en om kort te gaan: enkele minuten voor tijd stonden we met 2-0 achter. Vele teleurgestelde Blauw-Witters verlieten het veld al. Maar onze ploeg gaf nog niet op, we hadden immers een sterk moreel! Noortje ten Wolde maakte 2-1 en een minuut voor tijd scoorde Jan van Pareen de gelijkmaker. Verlengen dus.
En wie bleek in staat om tot de bodem te gaan? Blauw-Wit met z’n geweldige conditie, bijgebracht door trainer Joop Hooft. Met groots machtsvertoon werd over Westerkwartier heen gewalst; 2-5. Het is werkelijk niet te beschrijven wat zich toen afspeelde.
Zuid-Amerikaanse tonelen noemde men het. Na een geweldig feest in Atlantic wat tot ’s nachts half vijf duurde stond de ploeg voor een nieuwe opgave. In twee beslissende wedstrijden moest uitgemaakt worden wie zich kampioen van Nederland mocht noemen.
Rondom ons viel te beluisteren dat Rohda de grote favoriet was. ‘Kan geen kwaad’, dacht ik nog, ‘dan starten we mooi vanuit de underdogpositie’.
11 Juni, bij Rohda, wederom een formidabel Blauw-Wit legioen langs de kant. Daar sleepten we , alweer in de laatste minuut, een gelijkspel uit het vuur. Voor ons natuurlijk al winst. Direct daarna op zaterdagavond de beslissende return. Echt duizenden mensen; rijen dik stonden ze voor de drie kassa’s…
De opstelling van Blauw-Wit was totaal gewijzigd, Rohda stond versteld en wist niet goed wat te doen. De absolute favorieten werden verslagen en de heksenketel was compleet. Niet alleen een plaats in de nieuw te vormen hoofdklasse, maar na tien jaar eindelijk weer kampioen van Nederland. Blauw-Wit was terug van weggeweest. Wederom de grootste en sterkste van Nederland. Absoluut het mooiste jaar van mijn korfbalcarrière!
Johan Reuter
Overgenomen uit het document ‘Blauw-Wit geschiedenis 1958 – 1985‘ door Tom Kassenaar
Kampioenschappen van 1967 tot 1970
Op deze foto het team dat in de jaren ’67 – ’70 drie kampioenschappen behaalde, namelijk ’67/68 kampioen veld, ’68/69 kampioen micro (zaal) en in ’69/70 voor het laatst veldkampioen. In dat jaar moest de laatste wedstrijd Westerkwartier-Rohda de beslissing brengen.
Bij winst of gelijkspel van Westerkwartier was Blauw-Wit kampioen. Na een spannende wedstrijd scoorde Ans van Veen voor Westerkwartier het winnende doelpunt en kon het feest beginnen.
Met Johan Reuter als grote animator hadden we een team dat bijna geheel uit eigen kweek was voortgekomen.
De besprekingen van Johan vóór de wedstrijd getuigden van grote kennis van het spel en dat van de tegenstander. Elke speler en speelster kreeg een eigen taak en menigeen zat dan al met het zweet in de handen. Het publiek leefde geweldig mee. Dat bleek onder andere bij de finalewedstrijden tegen Ons Eibernest in de Kennemer Sporthal in Haarlem. Er reden 12 bussen vol supporters mee om die happenings mee te maken. Ik meen te mogen zeggen dat die jaren onvergetelijk zijn voor hen die ze meegemaakt hebben. Alles was toen mogelijk bij Blauw-Wit, denk maar aan de bouw van het clubhuis en aan de grote loterijen.
Niet onvermeld mogen blijven de micro-wedstrijden in de Oude RAI, met scheidsrechters die het spel meespeelden. Onder andere Jaap Schreuder en Henk Griese. Het was een fijne tijd die ik nooit zal vergeten.
Blauw-Wit, nog vele jaren en kampioenschappen toegewenst!
Dirk Starink sr.
Overgenomen uit het document ‘Blauw-Wit geschiedenis 1958 – 1985‘ door Tom Kassenaar
Herinnering
1969 verliet ik Holland en Blauw-Wit om in Oostenrijk te gaan wonen. Dat was tegelijk de afsluiting van de jeugd die ik voor een groot deel bij Blauw-Wit heb doorgebracht. Samen met mijn broer en zus werd ik lid van Blauw-Wit, naar het voorbeeld van moeder Ida. Twee, drie keer in de week fietsten we van het Centrum naar de Joos Banckersweg. Met 17 jaar de eerste wedstrijd in het eerste als invalster tegen Westerkwartier. Als begroeting maakte ik een doelpunt. Ik kan terugzien op een succesvolle tijd, ook voor Blauw-Wit. Drie keer waren we kampioen van Nederland, de wedstrijden tegen Rohda en Westerkwartier de hoogtepunten, de feesten erna niet te vergeten.
Ook andere evenementen drukten op het Blauw-Wit-leven een groot stempel. De opening van het A- en B-veld, de aspirantensportdag, het jaarlijkse Pinksterkamp, het jubileumfeest in Hillegom. Alles was enorm goed georganiseerd. Ik wil geen namen noemen maar iedereen bedanken die zich ervoor heeft ingezet dat de vereniging op rolletjes liep. Het was een fijne tijd en ik denk er graag aan terug.
Noor Böhm-ten Wolde
Overgenomen uit het document ‘Blauw-Wit geschiedenis 1958 – 1985‘ door Tom Kassenaar