Rond 1900 maakten burgers zich in toenemende mate ongerust over het gevaar van verloedering van de oudere jeugd in de grote stad. Sport werd echter als een goed remedie gezien, vandaar dat een aantal mensen zich verenigde in de ABLO, de Amsterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding.
Een van de ABLO-leden was de onderwijzer Nico Broekhuysen. Hij kwam op een studiereis naar Zweden in 1902 wel een geschikt spel tegen, dat “ringboll”, “basketboll” of”handboll” genoemd werd. Van Broekhuijsen nam het spel mee naar Amsterdam, waar hij het onder de naam basketbal met zijn leerlingen op een terreintje aan de Jan Luijkenstraat probeerde. A1 snel werd de ring door de korf vervangen.
Amsterdam was de bakermat van het korfbal. De oorsprong van BlauwWit ligt in de beweging tegen drankmisbruik. Op 6 december 1916 werd de korfbalclub als onderafdeling van De Propagandist opgericht, die aan het einde van de Van Woustraat haar partijtjes speelde. De Geheel Onthouders Korfbal Club (GOKC) werd haar naam, oprichter was mevrouw Lies SimonisPieters. Veel stelde de club toen nog niet voor: er was geen eigen veld, er ontbrak materiaal en er waren weinig leden.
Er werd iedere zondagmorgen om 10.00 uur op het terrein van Ons Huis aan de Rozenstraat gekorfbald. Toen de club in 1918 zelfstandig werd, trad er verbetering in de situatie in. Speelde men in het seizoen 1918/1919 met een tweetal twaalftallen, aan het seizoen 1919/1920 werd met drie twaalftallen begonnen. Zij telde toen inmiddels 44 leden.
Het grootste probleem voor de club was echter om dit aantal leden ook vast te houden, want vanaf dit moment liep het aantal leden alleen maar weer terug.
Als een van de oorzaken van de leegloop kan de slechte bereikbaarheid van het speelveld genoemd worden. De club speelde aanvankelijk in het Oosterpark, maar moest daarna naar een afgelegen veld aan de Zeeburgerdijk om te spelen. Frappant is dat dit terrein aan de geheelonthouders verhuurd werd door een café-eigenaar, die zelf meespeelde en af en toe de huur “vergat” te innen. Daarna speelde men aan de Fazantenweg (een terreintje aan de overkant van ’t IJ) en aan de Ouderkerkerdijk.
Een andere oorzaak lag volgens een aantal leden in doelstelling van de GOKC, de propaganda voor de geheelonthouding. De club hield zich aan de doelstelling zo werd er voor de feestavonden gevraagd om een “geheelonthoudersbuffet” maar daar leek het ook wel bij te blijven. Er heerste destijds een grapje onder de leden dat GOKC ondertussen ook “Geef Ons Kleine Cognacjes” betekende.
De toenmalige voorzitter Wagenhuizen en secretaris Scherpenisse konden zich hier niet in vinden en verlieten de club, de schaarse resterende leden zetten de club om in een neutrale korfbalvereniging met als nieuwe naam Blauw-Wit. Waarschijnlijk ervoeren de meeste leden de veranderingen niet als een grote breuk. Als oprichtingsdatum werd en wordt daarom nog steeds 1916 aangehouden.
De leden waren over het algemeen sterk bij hun club betrokken. Ledenvergaderingen werden door verreweg de meesten bezocht. Je kon ook niet zomaar lid worden, pas na een zwaarwegende ballotage kon je worden toegelaten.
Allerlei zaken werden tot in den treure besproken en genotuleerd, zoals de vragen wie de hoofdrol in het jaarlijkse toneelstuk mag spelen, wat er moest gebeuren met gevonden kledingstukken (“de blouse mocht hij aan zijn moeder geven of anders naar de jood brengen”) Sommige leden vonden het beschaafde korfbal even goed te ordinair worden en weigerden te spelen “als men ’t schreeuwen enz in den wedstrijd niet laat”.
Bovenstaande informatie is afkomstig uit het artikel “Bij BlauwWit kan alles, bij BlauwWit slaagt alles prachtig” – de geschiedenis van een Amsterdamse korfbalclub van 1916 tot 1941, geschreven door Hans Luiten in februari 2000.