Na de Tweede wereldoorlog lag de korfballerij in Amsterdam op zijn gat en er moest snel gehandeld worden om niet achterop te raken bij andere sporten. Bij de werving van oude en nieuwe leden bracht Blauw-Wit naast de aantrekkelijke punten van korfbal ook een nieuw facet naar voren: een intensief en geanimeerd clubleven.
Dit clubleven was in de oorlog nog zo lang mogelijk doorgegaan met wekelijkse druk bezochte clubavonden in een verduisterd clubgebouwtje, ‘Ons Honk’, in de Van Kinsbergenstraat. We speelden tafeltennis, biljart en er werd gedanst. Aan het einde van de oorlog was hier echter niets meer van over.
Na de oorlog probeerden we dit clubleven nieuw leven in te blazen door zoveel mogelijk feest- en dansavonden te organiseren. Maar… daarvoor moest gebruik worden gemaakt van professionele en semi-professionele krachten en dat kostte steeds meer geld. Onder het motto ‘Bij Blauw-Wit kan alles, alles slaagt prachtig’ werd een eigen toneelclub opgericht. We hadden namelijk de beschikking over een aantal gerenommeerde krachten zoals onze onvergetelijke Henk Helder (helaas te vroeg heengegaan), die van elke komische rol een creatie maakte. Kopstukken uit die eerste tijd waren er ook. Nel Helder, Alie Kassenaar, Leo van Lingen, Theo en Jaap Muller, Dinie Koelman-Brandsen, Hennie Hessels-Cladder, en een iets latere groep met Jan Koelman, Joop Bruggeman, Alex Fieseler, Dien Breed, Cor en Jo van Dijk.
We zochten het voornamelijk in blijspelen, daar was de meeste eer mee te behalen en sommige stukken leken speciaal voor ons kanon Henk Helder te zijn geschreven, zoals ‘Drie is teveel’. Sommige chauvinisten beweren zelfs dat Henk beter was dan Joop Doderer, die het voor de TV bracht.
We slaagden in onze opzet en hebben onze vaste aanhang menig vrolijke avond bezorgd. We repeteerden in ons clubhuisje op het C-veld en als dat bezet was bij Jo en Cor van Dijk op het kantoor of bij mij thuis. Door de kleine ruimte werden dit meer feestjes dan repetities.
En wat had de schrijver dezes met dit alles te maken? Wel, ik was gedurende het gehele bestaan van deze Blauw-Wit toneelgroep regisseur, souffleur, costumier, decorontwerper etcetera. Naarmate de uitvoering naderde werd ik steeds minder aanspreekbaar, totdat alles achter de rug was en we met een diepe zucht… aan een nieuw stuk begonnen.
Uw gulle lach, spontaan geboren
Klonk ons als muziek in d’oren
Otto Kassenaar – Uit het jubileumboek ‘AKC Blauw-Wit 75 jaar’